maandag 21 mei 2012

Toepassingskaart 8: Taalbeleid op schoolniveau

Het Taalbeleid op rkbs de weidebloem:



Taalbeleid

Visie

In ons onderwijs vinden wij leesplezier en leesmotivatie erg belangrijk. Wij proberen door ontdekkend te leren het leesplezier zo groot mogelijk te maken. De leerlingen krijgen de ruimte om veel zelf te ontdekken. Hierbij maken ze gebruik van speelvormen. We gebruiken methodes om de kern- leerdoelen te halen. Op deze manier heeft het kind aan het eind van het jaar alle landelijke leerdoelen kunnen behalen die vanuit de methodes zijn vastgesteld.
De leerlingen leren op een zo natuurlijk mogelijke manier.

Omgeving

In de school hebben wij een rijke taalomgeving. Wij denken aan spelvormen en de leerlingen leren ontdekkend. Op deze manier bevorderen wij het leesplezier en de leesmotivatie. Wat wij willen bereiken dat de leerlingen op een zo een natuurlijke manier leren. Bijvoorbeeld dat leerlingen boeken lenen bij de bibliotheek. Dit doen zij in het dagelijks leven ook. Dit willen wij integreren in het onderwijs.



De gemeentelijke bibliotheek is gevestigd naast onze school. Zo bieden wij de leerlingen een groot en gevarieerd aanbod aan leesmateriaal. Door het grote aanbod wordt het leesplezier bevorderd.

In de klas willen wij een rijke leeromgeving op het gebied van taal aanbieden. Dit doen wij door taalposters op te hangen in de klas. Dit geeft schematisch de taalregels weer.

In onze klassen hebben wij zitzakken. Wij hebben hiervoor gekozen, omdat wij vinden dat leerlingen ontspannen kunnen lezen. Deze zitzakken zijn afgeschermd met schotten. De leerlingen kunnen op deze manier ongestoord lezen. Het leesplezier wordt vergroot door de comfortabele en rustige omgeving.



Bij de kleuters heeft de school een letterhoek. De leerlingen komen hierdoor in aanraking met letters en woorden.



Er liggen twee i-Pads in de kleuterklassen. Hierop staat een programma geïnstalleerd. Op dit programma zien de leerlingen de tekeningen van een (prenten-)boek en ze kunnen luisteren naar het verhaal. Ook in de groepen 3 en 4 liggen twee i-Pads klaar. De leerlingen kunnen de tekst meelezen, terwijl een stem het verhaal vertelt. Dit bevordert de mondelinge taalontwikkeling en woordenschat. Dit wordt een interactief (prenten-)boeken genoemd. Leerlingen kunnen op hun eigen niveau werken en lezen. In de andere groepen liggen ook i-pads klaar.



In de groepen 1 t/m 8 staan er twee boekenkasten in de klas. Er is ruimte voor de lievelingsboeken van de leerlingen. Het is voor kinderen leuk om hun lievelingsboek aan iemand te laten zien en hierover te vertellen. Wij verwachten dan dat de leerlingen enthousiast worden. In de bovenbouw zal er een ontdekhoek zijn op het gebied van taal.



Activiteiten op taalgebied

In de kleuterklassen zal er aandacht zijn voor een bepaalde letter. Deze letter wordt dan de “letter van de week” genoemd. De leerlingen vertellen dan woorden die deze letter bezit. De leerkracht schrijft deze woorden op, de “letter van de week” in een aparte kleur. Er wordt gedurende deze week meer aandacht besteedt aan deze letter, ook in de letterhoek zal het accent meer liggen op deze letter.



In de groepen 3 t/m 8 is er een voorleeskruk. Leerlingen kunnen een stukje voorlezen wat zij bijzonder vinden en dit willen delen. Dit kan bijvoorbeeld een stukje zijn uit een boek dat ze gelezen hebben, maar ook een zelfgemaakt gedichtje.

Omgang achterstanden en verschillen

Zoals hierboven is beschreven zijn er I-Pads. Deze kunnen helpen als een leerling een achterstand heeft. De leerlingen kunnen op hun eigen tempo het boek doorbladeren. Zij kunnen bepalen of ze het boek alleen willen luisteren of dat zij met de stem willen meelezen. Zij kunnen een boek uitkiezen van hun eigen niveau. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen werken in de zone van naaste ontwikkeling. Dit houdt in dat de leerlingen werken op eigen niveau. Er wordt van uitgegaan wat de leerlingen al kunnen, wij als leerkrachten bieden dan net een niveau hoger aan.



Bij de kleuters beginnen we al met voldoende letters en woordenschat aan te bieden. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de leerlingen, in de hogere groepen, een achterstand oplopen. Wij verwachten dat een kleuter aan het eind van groep 2 minimaal achttien letters herkent en kan benoemen. Uit onderzoek is gebleken dat er vroeg begonnen moet worden aan de woordenschat. Hierdoor krijgen de leerlingen later minder problemen op het gebied van (begrijpend) lezen.

Vanaf groep 4 maken we gebruik van het ontdekkend leren op het gebied van taal. Leerlingen met een achterstand of die extra uitdaging nodig hebben, op het gebied van taal, krijgen creatieve opdrachten op niveau. Voorbeelden hierbij zijn:

·         Boeken op alfabet zetten. Leerlingen zijn op deze manier bezig met het alfabet en lezen.

·         Boeken top tien maken. Leerlingen zijn op deze manier bezig om de leukste boeken te selecteren.

·         Je kan leerlingen ook interviews laten afnemen.

·         In de bovenbouw kunnen de leerlingen de boeken op moeilijkheidsgraad selecteren. Ze kiezen bijvoorbeeld uit of het een A of een B boek is.



Op onze school lopen vrijwilligers rond. Zij helpen leerlingen bij lezen. Deze vrijwilligers zijn gepensioneerde docenten. Deze vrijwilligers kunnen de leerlingen met achterstand extra goed helpen. Dit gebeurt twee keer in de week.

Als we dyslexie vermoeden wordt hier gelijk actie ondernomen. Wij zullen dan kijken waar de leerling moeite mee heeft. Als we weten op welk niveau de leerling zit of op welk gebied de leerling problemen heeft, kunnen wij hier extra aandacht aan besteden. Wij kunnen dit doen door extra hulpmiddelen in te zetten. Zo gebruiken wij het RALFI lezen. Naast ondersteunend materiaal op maat en herhalingsoefeningen kunnen wij de leerlingen een aantal hulpmiddelen bieden: Leeslinealen, Daisyspeler of Reading Pen.

In groep 2 wordt er volgens een risicoscreening bekeken of een leerling problemen heeft op het gebied van taal. Van groep 3 tot 8 wordt er met een dyslexie protocol gewerkt. Hierover kunt u meer informatie vinden op de website: expertisecentrumnederlands.nl. 

Methodes

Onze school gebruikt methodes als leidraad. Er wordt gekeken naar de doelen van de les en de leerkrachten zullen deze les aanpassen zodat het interactief wordt. De lessen worden taalontwikkelend en de samenwerking is hiervoor goed. Wij hebben ervoor gekozen dat begrijpend lezen in de zaakvakken terug te laten komen.



In groep 3 leren de leerlingen het lezen aan. Dit doen ze met de methode “Veilig leren lezen”.



Wij gebruiken de taalmethode “Taal Actief”, deze methode wordt als leidraad genomen. De methode heeft vele voordelen. De leerkrachten kunnen bij deze methode veel eigen inbreng hebben en toepassen. De methode werkt aan de hand van verschillende differentiatiemogelijkheden. Dit houdt in dat er gedacht wordt aan verschillende niveau’s. De methode heeft een doorgaande lijn door de groepen 4 t/m 8. De methode geeft de voorkeur aan om te werken in tweetallen en/of kleinere groepen. Naast deze methode richten wij ons op woordenschat. Dit doen wij door hier extra tijd aan te besteden. Onze rijke leeromgeving geeft hier de ruimte toe.



Begrijpend lezen bieden we vooral aan in de zaakvakken. De strategie, die gebruikt wordt bij begrijpend lezen, wordt aangeboden aan de hand van de methode “Nieuwsbegrip”. Deze methode heeft een schema waarbij ze een strategie aanleren en dit herhaalt zich. Ook maken wij gebruik van “Heeft de koningin ook een huissleutel?”. Dit zijn boekjes waar eerst een vraag wordt gesteld en de leerlingen moeten deze vragen beantwoorden. We hebben hiervoor gekozen omdat het leuke toepasselijke vragen zijn. Deze manier van werken bevordert ook het leesplezier bij leerlingen. En daarbij komt dat als je de vraag van te voren stelt de nieuwsgierigheid bij de leerlingen wordt gewekt. Hierdoor wordt lezen geen verplichting.


Tijd

Tijdsinzet per leerling

De leerlingen hebben elke week ongeveer dertig – twee keer vijftien – minuten nodig om de leerstof te doorlopen. Wanneer een leerling extra oefening nodig heeft zal het langer met het programma aan de slag moeten. Hiervoor worden geen suggesties gegeven.



Taaldomeinen
Tijdsbesteding
Methode lessen
Vier keer in de week, 45 minuten
Vrij lezen
Vijf keer in de week, 15 minuten
Duo lezen
Een keer in de week, 30 minuten
Begrijpend lezen
15 % van de tijd besteden we aan begrijpend lezen tijdens de zaakvakken.
Technisch lezen voor groep 3
Vijf keer in de week, 60 minuten
Woordenschat
Kleuters: Vijf keer in de week, ongeveer 20 minuten
Groep 3: Vijf keer in de week, 15 minuten
Groep 4: Vier keer in de week, 15 minuten
Groep 5 en 6: Drie keer in de week, 15 minuten
Groep 7 en 8: Twee keer in de week, 15 minuten

Stellen
Één keer in de week, 25 minuten


Toetsing

De volgende toetsen worden afgenomen per schooljaar

  • Methode gebonden toetsen
  • AVI
  • Cito
  • DMT
  • Nieuwsbegrip toetsen; leesbegrip toetsen en evt. zelf toegevoegde woordenschattoetsen

Leespromotie

Ongeveer vijf keer in het jaar maken wij gebruik van een leespromotie.

- Leesontbijt

- Kinderboekenweek

- Gedichtendag

- Voorleeswedstrijd

- Stripvoorleesdag

Leeropbrengsten

Wij verwachten dat 95 procent de school verlaat met een gemiddeld niveau of hoger. 
De leerlingen gaan hier weg met een f1 niveau. Dit is door het ministerie SLO vastgesteld. We gaan hier van uit dat de zorg leerlingen ook het f1 niveau kunnen behalen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten